Visie op toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen

WZC De Foyer vzw wil de bewoners maximale bewegingsvrijheid garanderen. Vanuit dit basisgegeven streven we naar een fixatie-arm beleid waar er zo min mogelijk vrijheidsbeperkende maatregelen (VBM) worden toegepast.

We willen zorg op maat bieden, met inspraak van de bewoner en/of familie/mantelzorgers. Om dit te realiseren wordt er gewerkt volgens een weldoordacht stappenplan. Het uitgangspunt is het zoeken naar een gezond evenwicht tussen welzijn, vrijheid en veiligheid.

Hiervoor is het belangrijk om het gedrag van de bewoner te observeren, te analyseren, bespreekbaar te maken en via onderling overleg te komen tot gewenste afspraken. Hierbij wordt er in de eerste plaats gezocht naar alternatieven vooraleer er wordt overgegaan naar het toepassen van VBM. Vrijheidsbeperking zal niet “zomaar” gebeuren, maar steeds worden voorafgegaan van een hele overlegcyclus.

Bij het proces om al dan niet over te gaan tot de toepassing van VBM houden we vast aan 5 cruciale principes. 1

  1. De maatregel komt er na grondige analyse van de situatie. We proberen te achterhalen waarom de bewoner dit gedrag vertoont. We luisteren naar het levensverhaal en betrekken hierbij ook de input van familie/mantelzorger.
  2. De maatregel staat in “redelijke verhouding” tot het beoogde doel. Het gaat over het creëren van een veilige(re) situatie voor de bewoner. Naarmate de ernst van het gedrag of het probleem kan de maatregel ingrijpender zijn of overkomen.
  3. De minst ingrijpende maatregel geniet steeds de voorkeur. Hiervoor dienen we goed na te gaan wat de consequenties zijn van het invoeren van een VBM. Op basis van de mogelijke gevolgen wordt een inschatting gemaakt van wat de minst ingrijpende maatregel zal worden of wat het juiste alternatief kan zijn.

    4. De maatregel wordt daadwerkelijk in het belang van de bewoner genomen. VBM mogen nooit een reden zijn om personeelstekorten op te vangen, een antwoord te bieden op “lastig/tijdrovend” gedrag van een bewoner of een andere reden die geen verband houdt met het probleem dat zich stelt rond het gedrag van een bewoner.

    5. De maatregel duurt niet langer dan noodzakelijk. De maatregel kan voor een bepaalde tijd worden vooropgesteld. De toepassing van een VBM is echter nooit een definitief gegeven. Het is een proces dat op regelmatige basis moet geëvalueerd en indien nodig of wenselijk bijgestuurd worden.

    Opleiding, vorming en bijscholing van onze medewerkers rond dit thema zijn een vereiste om het beleid op een correcte manier uit te voeren.

    Zij zullen vanuit deze opleidingsmomenten op de hoogte worden gehouden van de meest recente inzichten rond het leren beheersen van risico-inschattingen, de mogelijke gevaren van de toepassing van VBM en inzicht verwerven in de toepassing van mogelijke alternatieve maatregelen.